Woord vooraf
Toen het voorstel geopperd werd om een themanummer van Inspirare te wijden aan de islam, was mijn eerste vraag waar dat dan over zou moeten gaan. De islam is nogal breed. Het kan over de traditionele, theologische vraagstukken gaan: of God en Allah dezelfde zijn, wat de positie van Jezus is in de Koran, waarom er christenvervolging is in islamitische landen, of de islam inherent gewelddadig is, hoe de kerk missionair kan zijn onder moslims en ga zo maar door. In dit nummer is gekozen om een andere insteek te nemen en de balans op te maken ruim 22 jaar na de aanslagen in Amerika en bijna 24 jaar na de moord op Theo van Gogh. Deze gebeurtenissen hebben grote impact gehad, ook op christenen en moslims. Het leidde tot een diepere bezinning op de islam en op de relatie tussen christenen en moslims. Uitgangspunt in dit nummer is dan ook de vraag waar we vandaag staan en wat er van de christelijke, evangelische theologie gevraagd wordt.
Niet alleen christenen zijn de laatste 20 jaar in beweging, ook de islam in Nederland is veranderd. Bert de Ruiter beschrijft daarom in zijn bijdrage de ontwikkeling van de islam in de afgelopen periode. Hij signaleert zeven trends en geeft zo een boeiende schets van de diversiteit van de islamitische gemeenschap in Nederland. Richard McCallum doet hetzelfde voor evangelische visies op de islam. Hoe hebben christenen theologisch gereageerd op de hernieuwde aandacht voor en aanwezigheid van moslims in de samenleving? Hij doet dat primair vanuit Angelsaksisch perspectief, maar zijn overzicht verschilt niet veel van het perspectief in Nederland.
Een vraag die door de redactie van Inspirare werd gesteld en die in zekere zin uit bovenstaande opkomt, is die naar de verhouding van joods-christelijk en islamitisch in onze cultuur. Vrij sterk wordt door christenen benadrukt dat onze samenleving joods-christelijk is, maar het is de vraag of dat echt zo gezegd kan worden en wat de consequenties daarvan zijn. Op die vraag wordt in een drieluik door Jessica Roitman vanuit de joodse traditie gereageerd, door Gert-Jan Veerman als christen vanuit een meer sociologisch perspectief en door Arnold Yasin Mol als moslim. Dat leidt tot boeiende en kritische vragen.
Erika van Nes-Visscher, die dit nummer mede heeft geredigeerd, en Razi Quadir, moslim en medewerker van het Centrum voor Islamitische Theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, gaan met elkaar in gesprek onder leiding van Bernhard Reitsma en Arie Kok. Zij praten over de vraag of het mogelijk is toegewijd gelovige te zijn en toch constructief samen te werken en leven in een seculiere maatschappij.
Dit nummer is gelardeerd met een drietal columns van mensen die als christenen werken in een islamitische context. Zij geven iets door van hoe ze op een positieve manier door de islam geraakt zijn en hoe ze dat verbinden met hun eigen overtuiging als christen. We sluiten af met een slotbeschouwing over de vragen en uitdagingen die aan de christelijke gemeente en theologie worden gesteld. We horen graag je vragen en opmerkingen en wat dit nummer met je doet.
Bernhard Reitsma is hoogleraar kerk en theologie met als aandachtsveld islam aan de Protestantse Theologische Universiteit Amsterdam/Groningen.
Erika van Nes-Visscher is onderzoeker bij de stichting De kerk in de context van de islam.
Inhoudsopgave
Woord vooraf
Ontwikkelingen van de islam in Nederland in de laatste twintig jaar
Bert de Ruiter
De worstelende moslim-denker
Kees van der Knijff
Evangelicals en de islam
Een overzicht van ruim twintig jaar theologische ontwikkeling
Richard McCallum
Bidden met moslims
Rianne ten Voorde-van Brenk
Heeft Europa een joods-christelijke cultuur?
Bernhard Reitsma, Jessica Roitman, Gert Jan Veerman, Arnold Yasin Mol
Christelijke Ummah?
Rik Lubbers
‘Ik sta ergens voor, ik ga ergens voor. En juist vanuit je eigenheid het gesprek aangaan.’
Interview met Razi Quadir en Erika van Nes
Arie Kok en Bernhard Reitsma
Slotbeschouwing: de islam en de christelijke gemeente
Bernhard Reitsma
Recensies
Comments