De weg volgen. Bij Jezus zijn. Op Jezus lijken. Als Jezus leven.
John Mark Comer, Ark Media Leeuwarden 2024, 271 blz., € 24,99
John Mark Comer (1985) werd in het Nederlands Dagblad de nieuwe Tim Keller genoemd. Of het zo’n vaart zal lopen, moeten we afwachten, maar zijn boeken doen het goed.
Comer groeit op in een evangelische omgeving en sticht samen met anderen in Portland, Ohio, de Bridgetown Church. Die kerk ontwikkelt zich tot een megakerk met meerdere vestigingen. Hij rent zich rot in deze gemeente, maar komt na verloop van tijd tot bezinning. Zo is het leven niet bedoeld. Dat leidt onder andere tot het boek The Ruthless Elimination of Hurry, een bestseller in Amerika. De Nederlandse vertaling De radicale uitbanning van haast is inmiddels ook al een aantal keren herdrukt.
Zijn boek De Weg volgen gaat over discipelschap. De filosofen Dalles Willard en James K. Smith en voorganger-schrijver John Ortberg zijn voor hem belangrijke inspiratiebronnen. De boodschap van het boek is in zijn kern eenvoudig: als christen moet je een leerling van Jezus willen zijn. Dat is natuurlijk een open deur, maar toch ook weer niet. Comer signaleert namelijk dat waarachtig discipelschap onder Amerikaanse gelovigen helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Voor Comer raken we daarmee aan een belangrijk probleem binnen de kerken. Hij keert zich – om het met Bonhoeffer te zeggen – tegen ‘goedkope genade’. Met Smith benadrukt hij de spirituele kracht van gewoontevorming. Discipelschap veronderstelt discipline en oefening. We zullen moeten oefenen en ons daarbij laten bijstaan door goede leefregels. Dat is zijn concrete voorstel in het slothoofdstuk.
Leefregels helpen ons om ons te verweren tegen alle ‘leefregels’ die bij een mens vaak ongemerkt naar binnen kruipen en als een dictator onbewust het leven gaan bepalen. Want juist als je geen bewuste leefregels hebt, heb je ze bij bosjes zonder dat je dat beseft. Een leefregel, gevoed door het verlangen Jezus te volgen, is voor Comer ‘een daad van verzet tegen de machten en overheden van het digitale imperium’ (183). Het gaat daarbij niet om een pad van verdienste, maar om het scheppen van ruimte waarin God iets in een mensenleven en in dat van de gemeente kan gaan doen. Hij gebruikt het beeld van de trellis, het frame waarmee wijnstokken in hun groei worden geleid. Met het aanbrengen van zo’n trellis dwing je geen groei af, maar wel schep je een ruimte en een structuur waarbinnen die groei kan gaan gebeuren in de juiste richting. In dat kader haalt Comer bijvoorbeeld in elke trouwdienst die hij leidt, Dietrich Bonhoeffer aan. Want het huwelijk is voor hem zo’n trellis. Bonhoeffer schreef in mei 1943 vanuit de gevangenis onder andere dit aan een jong stel: ‘Jullie liefde draagt niet het huwelijk, van nu af draagt het huwelijk jullie liefde.’
Een leefregel garandeert op zich niets, maar kan helpen te groeien in aandacht, concentratie en liefde. Daar ligt voor Comer ook het criterium: helpt de regel ons om te groeien in openheid voor Gods liefde voor ons en biedt de regel een goede bedding om zelf ook te groeien in liefde? Hij komt tot negen gebieden waar je met behulp van leefregels kunt oefenen: sabbat, afzondering, gebed, vasten, bijbellezen, gemeenschap, vrijgevigheid, dienen en getuigen. De negen zijn niet van bovenaf gedropt in zijn gemeente, maar gegroeid en beproefd in het leiderschapsteam. Toen ze daar ontdekten hoe heilzaam de regels waren voor hen als team en als individu daarbinnen, hebben ze deze leefregels ook aan de gemeente voorgelegd. We horen overigens niet hoe de gemeente dit heeft opgepikt.
In Nederland proef ik herhaaldelijk op z’n minst aarzelingen bij het idee van leefregels. Toch verdient in mijn ogen dit voorstel serieuze aandacht binnen onze kerken. We kunnen niet zonder evangelisch tegengif in een samenleving waarin we heel gemakkelijk ongemerkt vergiftigd raken door – zoals Kees van Ekris dat noemt – sferische machten. Een ‘geregeld’ bestaan is een weldaad in een ‘ontregelde’ samenleving. Comer daagt ons op dit punt uit.
Sake Stoppels is emeritus lector, voorheen verbonden aan de Christelijke Hogeschool Ede
Comments